Bladknoppen en stengels met de QX3

Datum: april 2003

Principe:

Bladknoppen en takje bestuderen met de QX3.

Materiaal:

  • QX3 microscoop
  • stengel(takje) met bladknoppen
  • pincet
  • scalpel

Uitvoering:

  • Breek een stengel van een struik waaraan bladerknoppen zitten.
  • Snij met behulp van de scalpel een knop van het takje af.
  • Snij het knopje open en leg het onder de microscoop (vergroting 10 x)
  • Bekijk het preparaat ook bij 60 x
  • Herhaal hetzelfde met een smalle coupe gemaakt van de stengel.
 

Resultaat:

opengesneden knop opengesneden knop 60 *
opengesneden knop 60 * stengel (10*)
stengel (60*) stengel (60*)

Discussie en conclusie:

Als in het najaar de bladeren van de bomen vallen dan schuilt het nieuwe groen al in de knopschubben die je op de kale takken kunt zien. Stijgt in het voorjaar de temperatuur dan gaan de knoppen zwellen waaruit dan tezijnertijd de jonge blaadjes en takjes komen. 

Al naar gelang de soort en plaats aan de plant zijn er verschillende soorten knoppen. Zo zijn er bladknoppen, bloemknoppen en gecombineerde knoppen. Deze kunnen dan weer als eindknoppen (aan het einde van een takje) of als okselknoppen  (in de oksel van het blad, waar het blad aan de stengel vastzit).

In het vroege voorjaar kan men de okselknoppen waarnemen. Dit knopje kan als reserve dienen als een blad plotseling verloren gaat. Gebeurt dit niet dan kan deze knop indien deze de winter overleeft het volgend voorjaar uitlopen als takje. In de zomer en het najaar wordt aan het einde van de takken van de vooral overwinterende houtige gewassen, zoals bomen en struiken een knop aangelegd. Deze eindknop is van essentieel belang voor de plant. Hierin wordt in een embryonaal stadium een compleet nieuw takje kompleet met bladeren en bloemen aangelegd. In het komende voorjaar zullen deze uitgroeien tot volwassen takken met bladeren. Bij het bekijken  van een meerjarige tak kan men de stukken tak onderscheiden die ieder jaar zijn aangelegd en gegroeid. Op de plaats waar de knop gezeten heeft vinden we nl. de littekens van de knopschubben. Deze schubben beschermen het jonge groen in de knop tegen winteromstandigheden. Na het uitlopen van de knoppen vallen deze schubben al en laten een litteken achter op de plaats waar ze aan de stengel hebben gezeten (vooral bij een kastanjeboom goed te zien). 

Op de foto's kunnen we veel van het hierboven besprokene terugvinden.
Binnen de schubben kunnen we de opgevouwen blaadjes zien zitten.|
De structuur van de knoppen is in onderstaande schets weergegeven.

Bij 60* zien we niet veel details.
Bij de doorsnede van het stengel (takje) kunnen we mooi een jaarring waarnemen.

Opmerkingen:

Literatuur:

Achtergrondinformatie:

De functie van de stengel is:

Veel stengels zijn duidelijk geleed, dwz verdeeld in knopen en leden.

Knopen zijn dikwijls verdikte plaatsen, waar de bladeren aan de stengel bevestigd zijn; de stukken van de stengel tussen twee knopen heten leden. In de oksel van een blad zit een knop of een zijstengel, die uit een knop is ontstaan.

In de stengel lopen de vaatbundel, bundels van buizen, waardoor het vervoer van stoffen in de plant plaatsvindt. Zij lopen door in de bladstelen en in de nerven van de bladeren en eveneens in de wortels. 

De stengel kan zijn:

Bij bomen begint de vertakking een eind boven de grond; er is een stam en een kroon; bij heesters of struiken zitten de eerste zijtakken vlak boven de grond. Dezelfde plantensoort kan als boom en als struik voorkomen (appel,eik). Alle bomen zijn in hun jeugd struik geweest.


07-11-2007